-
1 krijgen
1 [ontvangen] recevoir2 [grijpen, pakken] attraper♦voorbeelden:ik heb veel complimentjes gekregen • on m'a fait beaucoup de complimentsik krijg nog geld van hem • il me doit de l'argentvanavond krijg je je geld • ce soir, tu auras ton argentgoede kritieken krijgen • avoir de bonnes critiquesdaar krijg ik nachtmerries van • ça me donne des cauchemarseen ziekte krijgen • attraper une maladiewat krijgen we te eten? • qu'est-ce qu'on mange?2 je kunt me toch niet krijgen! • tu ne m'attraperas pas!ik krijg hem nog wel • je l'aurai au tournanteen bedrag bij elkaar krijgen • réunir une sommewaar kun je dat boek krijgen? • où peut-on se procurer ce livre?kinderen krijgen • avoir des enfantsmoeilijkheden krijgen • avoir des ennuiswe krijgen regen • il va pleuvoirde schoolkinderen krijgen op 1 juli vakantie • les vacances scolaires commencent le 1er juilletvrienden krijgen • se faire des amismeer zelfvertrouwen krijgen • prendre de l'assuranceiets af krijgen • terminer qc.ik kan de deur niet dicht krijgen • je n'arrive pas à fermer la porteiets van iemand gedaan krijgen • (finir par) obtenir qc. de qn.deze uitgave is niet meer te krijgen • cette édition est épuiséeneem wat je krijgen kunt • 〈 letterlijk〉 tu prendras ce que tu trouveras; 〈 figuurlijk〉 profite de la situationiemand te pakken krijgen • arriver à mettre la main sur qn.iemand te spreken krijgen • réussir à voir qn.krijg wat! • va te faire voir!wat zullen we nou krijgen! • qu'est-ce que c'est que ça, encore!ik krijg er iets vanje zult er niets van krijgen • tu n'en mourras pasgenoeg van iets krijgen • en avoir assez de qc.iets niet voor elkaar kunnen krijgen • ne pas réussir à faire qc.hij is niet weg te krijgen • il s'incrustete krijgen bij • en vente chezdaar krijg je me niet voor • je ne marche pas dans cette combineheb je het of krijg je het? • ça te prend souvent? -
2 lukken
♦voorbeelden:de zaak zal wel lukken • l'affaire a toutes les chances de réussirhet is mij gelukt • j'y suis arrivéhet lukt hem te ontsnappen • il réussit à s'évaderhet lukt me wel • j'y arrive(rai)het is niet gelukt • ça n'a pas marchéhet lukken • la réussite -
3 slagen
♦voorbeelden:de tekening is goed geslaagd • le dessin est très réussislagen in, met iets • réussir qc.in een winkel (kunnen) slagen • trouver ce que l'on cherche dans un magasinhij is voor zijn Frans geslaagd • il a réussi son examen de françaishet slagen van de onderneming • la réussite de l'entreprise -
4 wegkomen
♦voorbeelden:niet van iemand kunnen wegkomen • ne pas réussir à se débarrasser de qn.maak dat je wegkomt! • fiche le camp! -
5 weten
weten1〈 het〉♦voorbeelden:bij mijn weten is hij niet weggegaan • je ne sache pas qu'il soit partibij mijn weten • à ma connaissancebuiten mijn weten • à mon insuiets naar zijn beste weten doen • faire qc. de son mieux————————weten21 [kennis hebben van; enig idee, vermoeden hebben] savoir2 [+ te + onbepaalde wijs][erin slagen] réussir (à)♦voorbeelden:1 weet je mijn agenda ook (te liggen)? • sais-tu où est mon agenda?God mag weten hoe lang … • Dieu sait combien de temps …een hele hoop weten (over) • en savoir long (sur qn., qc.)dat weet zelfs een kind! • c'est élémentaire!ik weet z'n naam niet • je ne connais pas son nomeen goed restaurant weten • connaître un bon restaurantzeker weten! • pour sûr!hij kan het weten • il est payé pour le savoirik zal het u laten weten • je vous préviendraije moest beter weten • cela m'étonne de ta partu moet weten dat … • sachez que …hij wist te vertellen dat … • il a pu nous raconter que …hij wil (graag) weten dat hij rijk is • il ne cache pas qu'il est richeiets niet willen weten • refuser d'admettre qc.niets van iets willen weten • ne rien vouloir entendre de qc.er het zijne van willen weten • vouloir en avoir le coeur netalles van iets weten • s'y connaîtremet haar weet je het nooit • on ne sait jamais avec elleweet je wat … • écoute …je weet wie het zegt • prends-le pour ce que ça vautwie weet • qui sait?je moet het zelf (maar) weten • fais comme tu voudrashij weet niet beter of het hoort zo • il est persuadé que c'est la coutumezij weten niet beter • il ne faut pas leur en vouloir, ils n'y peuvent rienhij weet wel beter • il est plus malin que çahij weet ervan • il est au courantweten hoe je iets aan moet pakken • savoir s'y prendre〈 ironisch〉 dat zal jij niet weten! • ne fais pas l'innocent!iets niet weten • ignorer qc.ik zou het niet weten • je ne saurais vous le direhij wist niet hoe gauw hij weg moest komen • il n'avait qu'une hâte: s'enfuirze zullen niet weten waar ik blijf • ils se demanderont où je suis (passé)niet weten waar je blijven moet • ne pas savoir où se mettreweet je wel • tu saisvoor zover ik weet • pour autant que je sacheergens iets op weten • avoir une idéete weten • à savoiriets te weten komen • apprendre qc.ik weet van niks • je n'en sais rienniets van het leven weten • ne rien connaître de la vieals je maar weet dat … • sache bien que …als je dat maar weet! • maintenant, te voilà prévenu!niet dat ik weet • pas que je sachehij wil niet weten dat hij ziek is • 〈 aanvaardt het niet〉 il ne veut pas admettre qu'il est malade; 〈 wil niet dat men het weet〉 il ne veut pas que l'on sache qu'il est maladeje weet heel goed dat … • tu n'ignores pas que …hij wist niet beter of ik was vertrokken • pour lui je devais être partiweet je nog? • tu t'en souviens?weet ik veel! • qu'est-ce que je sais, moi!weten wat men aan iemand heeft • être fixé sur le compte de qn.er heel wat van af weten • en savoir longweten wat honger is • connaître la faimnu weet je 't ook • te voilà au courant〈 spreekwoord〉 wat niet weet, dat niet deert • ce que les yeux ne voient pas, ne fait pas mal au coeurweten te ontkomen • réussir à s'échapperniets weten te zeggen • ne plus savoir quoi dire¶ ze hebben het geweten • 〈 ze waren gewaarschuwd〉 ça leur a coûté cher; 〈 ze hebben ervoor moeten boeten〉 ils s'en sont mordu les doigtsvoor je het weet, ben je er • tu y seras en moins de rienzij weet het altijd beter • elle veut toujours avoir le dernier motje weet wel beter • tu n'en penses pas un motje weet ('t) maar nooit • on ne sait jamaiszij weet van geen ophouden • elle ne sait pas s'arrêter -
6 slagen
ww -
7 afkrijgen
-
8 benutten
-
9 binnenloodsen
-
10 de zaak zal wel lukken
de zaak zal wel lukken -
11 ding
♦voorbeelden:1 vooral geen gekke dingen doen! • surtout pas de bêtises!ze heeft er een lief ding voor over om te slagen • elle donnerait gros pour réussirtwee dingen tegen elkaar afwegen • peser le pour et le contreik kan niet twee dingen tegelijk doen • je ne peux pas faire deux choses à la foisde dingen bij de, hun naam noemen • appeler les choses par leur nomwachten op de dingen die komen (gaan) • voir venir (les événements)over die dingen spreekt men niet • ce sont des choses dont on ne parle paséén ding is zeker, hij komt niet • ce qui est sûr c'est qu'il ne viendra paser kunnen nog zoveel dingen gebeuren • il peut encore se passer tant de chosesde dingen groeien me boven het hoofd • je suis dépassé par les événementseen jong ding • une petite jeune -
12 doordouwen
1 [doorzetten] persévérerII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [doordrukken] faire accepter♦voorbeelden: -
13 drukken
1 [duwen] appuyer (sur)2 [als iets zwaars liggen op] peser (sur)3 [kakken] faire caca♦voorbeelden:1 tegen iets drukken • (s')appuyer contre qc.II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [iets in een toestand, ergens brengen] presser3 [een last zijn voor] opprimer4 [drukwezen] imprimer5 [d.m.v. een stempel aanbrengen] apposer6 [knellen] serrer♦voorbeelden:1 iemand de hand drukken • serrer la main à qn.〈 sport en spel〉 iemand van de baan drukken • tasser qn.een motie erdoor drukken • réussir à faire passer une motioniemand geld in de hand drukken • glisser de l'argent dans la main de qn.een kurk op een fles drukken • boucher une bouteillede lippen op elkaar drukken • serrer les lèvresiemand een kus op de lippen drukken • déposer un baiser sur les lèvres de qn.zware onkosten drukten ons • nous étions écrasés sous les chargesIII 〈wederkerend werkwoord; zich drukken〉1 [zich aan iets onttrekken] tirer au flanc -
14 een auto aan de praat krijgen
een auto aan de praat krijgen -
15 een goed plaatsje weten te veroveren
een goed plaatsje weten te veroverenDeens-Russisch woordenboek > een goed plaatsje weten te veroveren
-
16 een motie erdoor drukken
een motie erdoor drukken -
17 een strafschop benutten
een strafschop benutten -
18 elkaar kunnen vinden
elkaar kunnen vinden -
19 geen voet aan de grond krijgen
geen voet aan de grond krijgen -
20 gelukken
1 ↓réussir (qc.; à <+ onbepaalde wijs>)
См. также в других словарях:
réussir — [ reysir ] v. <conjug. : 2> • XVIe; reuscir « résulter » 1531; it. riuscire « ressortir », de uscire « sortir »; cf. issue I ♦ V. intr. A ♦ (Choses) 1 ♦ RÉUSSIR (BIEN, MAL) : avoir … Encyclopédie Universelle
Réussir — Création 1986 Forme juridique S.A. à Directoire et Conseil de Surveillance Slogan « A plus d un titre » … Wikipédia en Français
reussir — REUSSIR. v. n. Avoir un bon succez. Il se dit des personnes & des choses. Il a reussi dans son dessein, dans ce qu il avoit entrepris. cet Advocat reussit au Barreau. ce jeune Gentilhomme reussira à la guerre. cet homme là a du bon sens, du… … Dictionnaire de l'Académie française
réussir — (ré u sir) v. n. 1° Être produit par, sortir de (ce qui est le sens propre). • Si M. Chapelain est le conseil du P. Lemoine, le P. Lemoine réussira un des grands personnages du temps, BALZ. liv. XX, lett. 16. • De tous les corps ensemble on … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
réussir — vi. RUSSI gv.3 (Albanais.001, Annecy, Giettaz.215, St Pierre Alb., Saxel, Thônes, Villards Thônes), rossi (Arvillard.228), ré ussi (Aix), ré ussir (Lanslevillard.286) ; akapêr (Montricher), C.1 ; y arvâ <y arriver> (001). E. : Fin, Succès.… … Dictionnaire Français-Savoyard
Réussir — BONAPARTE (Napoléon) Bio express : Premier consul à vie puis empereur des Français (1769 1821) «Pour moi, je n ai qu un besoin, celui de réussir.» Source : Maximes et Pensées Mot(s) clé(s) : Besoin Réussir FORD… … Dictionnaire des citations politiques
RÉUSSIR — v. n. Avoir un succès heureux. Il se dit Des personnes et des choses. Il a réussi dans son dessein, dans ce qu il a entrepris. Il a réussi à souhait. Réussir dans un art, dans une profession, dans une carrière. Cet avocat réussit au barreau. Ce… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
RÉUSSIR — v. intr. Avoir une bonne ou une mauvaise issue. Il faut voir comment ce projet réussira. Cela lui a mal réussi. Cette affaire a bien réussi. Il se dit surtout pour Avoir une issue heureuse. Ce discours, cette pièce de théâtre a réussi, a peu… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
reüssir — reüssi réussir. voir capitar, encapar … Diccionari Personau e Evolutiu
Réussir ou Mourir — Données clés Titre original Get Rich or Die Tryin Réalisation Jim Sheridan Scénario Terence Winter Acteurs principaux 50 Cent Terrence Howard Joy Bryant Bill Duk … Wikipédia en Français
Reussir ou mourir — Réussir ou mourir Réussir ou mourir (Get Rich or Die Tryin ) est un film américain réalisé par Jim Sheridan, sorti en 2005. Sommaire 1 Synopsis 2 Fiche technique 3 Distribution 4 A … Wikipédia en Français